Gieren zijn de onmisbare afvalverwerkers van de natuur. Met hun karakteristieke koppen en lange halzen zijn zij degene die ziektes en virussen buiten de deur houden door het ruimen van kadavers. Veel soorten worden echter met uitsterven bedreigd. Wereldwijd wordt alles op alles gezet om deze dieren voor uitsterven te behoeden. Onder meer door fokprogramma’s in tal van dierentuinen. En dit is werpt zijn vruchten af. Zoals blijkt uit Amsterdams/Rotterdams broedsucces.
Afgelopen week kwam er in Diergaarde Blijdorp een ernstig bedreigde Rüppellsgier ter wereld. De Rotterdamse dierentuin is coördinator van het Europese populatie management programma. Om de soort zo goed mogelijk te kunnen helpen, bedacht men een uitgekiend broedproces, waardoor er soms meer kuikens zijn dan ouders. Gelukkig is pleegouderschap dan een passende oplossing. Zo is het meest recente Rüppellsgier kuiken uit Rotterdam ondergebracht bij een koppel vale gieren in … Amsterdam.
Gieren zijn geslachtsrijp rond hun 6e jaar. Als ze al eieren leggen, dan is dat er vaak slechts één per seizoen. Maar… als een gier een ei verliest, dan legt het heel rap weer een tweede. Met dít in het achterhoofd ontstond het idee om op een giervriendelijke manier ‘razendsnel’ een gezonde (reserve)populatie op te bouwen.
In dierentuinen worden gierennesten nauwlettend in de gaten gehouden. Wanneer een gier een ei legt, wordt dit zo snel mogelijk weggehaald en naar de broedmachines in Diergaarde Blijdorp gebracht. Na 10 dagen wordt deze geschouwd om te zien of het bevrucht is. Ondertussen doet de natuur zijn werk en legt de gier binnen vier weken een tweede ei. Dit ei wordt dan zo snel mogelijk vervangen door een 3D geprint kunstei. De vogel voelt geen verschil en draagt de volle 55 dagen zorg voor het geprinte ei. Ondertussen worden beide échte eieren uitgebroed in de broedmachine.
Wanneer de eieren uitkomen, worden de gierenkuikens de eerste dagen met de hand gevoed. Vervolgens vindt de tweede wisseltruc plaats. Zoals bij de Amsterdamse vale gieren. Toen bleek dat dit koppel een nest had gebouwd, besloten de verzorgers van Artis hen tijdelijk een onbevrucht ei te geven. Op deze manier konden ze alvast wennen aan hun aanstaande pleegouderschap voor de ‘Rotterdamse’ gier. En zo geschiedde. Toen de twee dieren even hun nest verlieten, werd het ei vliegensvlug omgewisseld voor het net binnengebrachte Rotterdamse kuiken. De gelukkige (pleeg)ouders sloten het kuiken direct in de vleugels en voeden het jong (op) alsof het van hen is.
Tal van Nederlandse dierentuinen werken op deze wijze samen om diverse gierensoorten voor uitsterven te behoeden. Momenteel broeden er kapgieren, witruggieren, Rüppellsgieren en witkopgieren. Gemiddeld krijgt Diergaarde Blijdorp eens in de drie weken, één of meerdere eieren aangeleverd. Eenmaal uitgebroed wordt zorgvuldig gekeken waar de kuikens kunnen worden ondergebracht. Om de genetische pool zo gezond mogelijk te houden.
Gieren eten kadavers. Ook van gestroopte dieren, zoals olifanten, leeuwen en neushoorns. Doordat gieren hun ‘prooi’ al van kilometers spotten en er vervolgens en masse boven gaan cirkelen, verraden zij de positie van stropers. Het gevolg: stropers vergiftigen karkassen, met massale gierensterfte als resultaat. Afgelopen week werd in Zuid Afrika weer een historisch dieptepunt bereikt, met de vergiftiging van maar liefst 123 gieren (Meer dan 100 gieren vergiftigd na eten olifantenkarkas in Zuid-Afrika). Op sommige plekken is nog maar 3% van de populatie van enkele jaren terug in leven. Onder meer de witruggier wordt met uitsterven bedreigd.
Dit is dan ook de reden dat dierentuinen wereldwijd de handen ineen slaan om de gierenpopulatie verder te vergroten. Diergaarde Blijdorp en Artis zijn voortrekkers op het gebied van het fokken van bedreigde giersoorten. Iets wat de eeuwige ‘rivaliteit’ tussen ’s lands grootste steden uiteraard overstijgt.