
Op een hoge tak in de Bovenwindse eilanden van de Antillen ligt een reptiel te baden in de avondzon. Deze Antilliaanse leguaan is een zeldzame verschijning: hij komt namelijk maar op een paar eilanden voor. Maar deze planteneters worden steeds moeilijker te spotten. De hagendissensoort staat zwaar onder druk, onder andere door jacht en de komst van de nauwverwante groene leguaan. Daarom zet Diergaarde Blijdorp zich in om deze ernstig bedreigde soort te beschermen.
Iguana delicatissima

25 jaar
± 25 centimeter
± 108 centimeter
0,8 – 3,6 kilogram
De Antilliaanse leguaan is een middelgrote hagedissensoort. Hij is te herkennen aan zijn groene tot grijze schubben, lichtgekleurde kop en rij stekels die over het midden van zijn rug loopt. Het grootste deel van zijn lichaamslengte bestaat uit de staart, die zo’n 80 centimeter lang kan worden.
De Antilliaanse leguaan lijkt op de nauw verwante groene leguaan, maar heeft geen zwarte strepen op de staart en geen ronde wangschub met een donkere kring eromheen. Zie jij die verschillen?
De Antilliaanse leguaan kwam vroeger voor op veel van de Bovenwindse eilanden in de Caraïben, van Anguilla tot Martinique. Tegenwoordig is de soort op een deel van deze eilanden uitgestorven. Eén van de eilanden waar hij nog wel voorkomt is Sint Eustatius, waar ook de leguanen in Diergaarde Blijdorp vandaan komen. De leguaan leeft vooral in bosrijke en struikachtige omgevingen.

Antilliaanse leguanen zijn planteneters. Ze eten vooral bladeren, bloemen en vruchten van veel verschillende struiken en bomen. Het is maar net afhankelijk van wat er op dat moment groeit: in droge periodes staan vooral bladeren op het menu, terwijl in het regenseizoen er voldoende vruchten beschikbaar zijn.
Door vruchten te eten spelen Antilliaanse leguanen mogelijk ook een grote rol in het verspreiden van zaden. Dat doen ze door de zaden niet helemaal te verteren en op een andere plek uit te poepen dan bij de plant waar ze de vrucht gegeten hebben. Zo helpen leguanen om hun eigen leefgebied te behouden.

Antilliaanse leguanen zijn solitaire dieren. Dat betekent dat ze in principe alleen leven. Alleen tijdens het paarseizoen zoeken leguanen elkaar op.
Vooral mannetjesleguanen kunnen erg territoriaal zijn: mannetjes laten hun geuren achter via klieren bij hun achterpoten. Als een ander mannetje toch te dicht bij komt, dreigen ze door te knikken met hun hoofd voordat ze de aanval inzetten.

Diergaarde Blijdorp werkt samen met RAVON, een organisatie die zich inzet voor inheemse reptielen, amfibieën en vissen en STENAPA (St. Eustatius National Parks) om de Antilliaanse leguaan in het wild te beschermen. Zo wordt er sinds 2015 bijvoorbeeld onderzoek uitgevoerd waarbij de leguanen gekleurde kraaltjes om hun nek krijgen. Hiermee tellen de onderzoekers hoeveel leguanen er op Sint Eustatius zijn. Ondertussen nemen ze ook bloed af, waarmee ze kunnen onderzoeken hoe de genetische diversiteit binnen de populatie is. Zo kunnen ze in kaart brengen hoe gezond de populatie op Sint Eustatius is.

Antilliaanse leguanenmoeders begraven hun eieren om ze veilig te houden voor roofdieren. Daarna beschermen ze kort hun nest, maar aan echte ouderzorg doen ze niet.
Jonge Antilliaanse leguanen zijn ongeveer zeven centimeter lang en felgroen als ze uit het ei kruipen. Naarmate ze opgroeien krijgen ze steeds grijzere schubben. Na ongeveer 2 á 3 jaar zijn ze geslachtsrijp, maar de meeste mannetjes planten zich pas later voort omdat oudere mannetjes dominanter zijn. Leguanen blijven hun hele leven door groeien.

Van nature hadden Antilliaanse leguanen niet heel veel te vrezen van roofdieren. Soms staan ze op het menu van grote roofvogels en vermoedelijk van slangen, zoals de Dominicaanse boa. Jonge leguanen moeten ook oppassen voor valken en uilen.
Tegenwoordig zijn veel meer roofdieren in het natuurlijke leefgebied van de leguaan. Katten, honden en mangoesten zijn allemaal ooit meegenomen door Europese kolonisten. Deze dieren vormen een groot gevaar voor deze leguanen, die zich nooit hoefden aan te passen aan dit soort roofdieren.

De Antilliaanse leguaan wordt ook wel ‘smakelijke leguaan’ genoemd. Zijn vlees werd gezien als een delicatesse, vandaar ook de wetenschappelijke naam ‘delicatissima’. Daarom is de leguaan vroeger massaal bejaagd. Dat is één van de vele redenen waarom het dier nu ernstig bedreigd is. Hoewel de jacht tegenwoordig verboden is in een groot deel van zijn leefgebied, jaagt de arme lokale bevolking uit traditie nog steeds op de leguaan. Ook worden veel leguanen gedood door huisdieren, zoals katten en honden.

Een andere bedreiging is de groene leguaan. Deze soort verschijnt steeds vaker op de eilanden waar de Antilliaanse leguaan voorkomt. Deze leguanen reizen als verstekelingen mee op schepen of zwemmen zelf van eiland naar eiland. Groene leguanen zijn zo nauw verwant aan Antilliaanse leguanen dat ze met elkaar kunnen voortplanten. Hieruit ontstaan vruchtbare kruisingen met kenmerken van beide soorten. Dit wordt ook wel hybridisatie genoemd. Deze hybride leguanen verdrijven de inheemse Antilliaanse leguanen omdat ze groter zijn en zich sneller voortplanten. Zo vervangen de hybride leguanen langzaam maar zeker de Antilliaanse leguanen, waardoor ze uiteindelijk zullen uitsterven.

Diergaarde Blijdorp werkt samen met RAVON, een organisatie die zich inzet voor inheemse reptielen, amfibieën en vissen en STENAPA (St. Eustatius National Parks) om de Antilliaanse leguaan in het wild te beschermen. Zo wordt er sinds 2015 bijvoorbeeld onderzoek uitgevoerd waarbij de leguanen gekleurde kraaltjes om hun nek krijgen. Hiermee tellen de onderzoekers hoeveel leguanen er op Sint Eustatius zijn. Ondertussen nemen ze ook bloed af, waarmee ze kunnen onderzoeken hoe de genetische diversiteit binnen de populatie is. Zo kunnen ze in kaart brengen hoe gezond de populatie op Sint Eustatius is.

Diergaarde Blijdorp doet mee aan het Europese populatiemanagement programma van de Antilliaanse leguaan. In 2018 zijn er hiervoor vier Antilliaanse leguanen met het regeringsvliegtuig overgevlogen vanaf Sint Eustatius naar Rotterdam. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van leguanen in dierentuinen welke dieren het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om leguanen weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.

