
In een donkere grot in Vietnam schuilt een kleine groep zwarte apen voor een tropische storm. Het zijn Françoislangoeren, bladetende apen die behendig door boomtoppen en over rotsen klimmen. Maar het aantal Françoislangoeren in het wild daalt juist gestaag, onder andere door jacht en het verdwijnen van hun leefgebied. Daarom is het belangrijk om deze bedreigde apen te beschermen!
Trachypithecus francoisi

± 25 jaar
± 60 centimeter
50 – 60 centimeter (exclusief staart)
5,5 – 8 kilogram
Françoislangoeren zijn te herkennen aan hun lange zwarte vacht, die op het hoofd uitloopt tot een kuif. Ze hebben een soort witte ‘bakkebaarden’ van hun mondhoeken tot hun oren. Er is weinig uiterlijk verschil tussen volwassen mannetjes en vrouwtjes, maar de jongen zijn wel opvallend anders: die hebben een knaloranje vacht! Na drie weken begint deze te verkleuren en na een half jaar is het jong ook helemaal zwart.
Françoislangoeren komen van nature voor in het noorden van Vietnam en het zuiden van China. Daar leven ze vooral in tropische loofbossen met veel kalksteenrotsen, tot op 600 meter boven het zeeniveau. Ze gebruiken de kliffen en grotten in hun leefgebied om te schuilen voor slecht weer en als veilige slaapplaats.

Françoislangoeren eten vooral bladeren. Daarnaast voeden ze zich met stengels, vruchten, bloemen en schors. De verhouding tussen deze menu-opties verschilt per populatie van Françoislangoeren in het wild.
In Blijdorp krijgen de Françoislangoeren drie keer per dag te eten, om zo natuurlijk mogelijk gedrag te stimuleren: in het wild eten ze namelijk bijna de hele dag door.

Françoislangoeren zijn vooral overdag en in de schemering actief. Ze vormen hechte familiegroepen, met één mannetje, meerdere vrouwtjes en hun jongen. Vaak zijn de vrouwtjes in deze groepen de baas: de mannetjes verlaten soms de groep eerder om op zoek te gaan naar een nieuwe groep om bij aan te sluiten. Van oorsprong bestaat een groep gemiddeld uit negen dieren, maar tegenwoordig zijn dit er in China meestal zeven en in Vietnam vijf. Dit komt waarschijnlijk omdat het aantal Françoislangoeren zó hard is gedaald, dat er minder soortgenoten zijn om groepen mee te vormen.

Vanaf ongeveer vijf jaar zoeken Françoislangoermannetjes naar een nieuwe groep vrouwtjes om mee voort te planten. Het liefst vindt hij een groep zonder mannetje of kinderen om daarmee zijn eigen familie te starten, maar soms neemt een fit mannetje een groep over van een ander door hem weg te jagen. Als de vrouwtjes al jongen hebben, probeert hij ze vaak te doden zodat de vrouwtjes eerder vruchtbaar zijn om zijn jongen te baren. Dit fenomeen heet ‘infanticide’ en gebeurt bij de meeste apensoorten die in haremgroepen leven. Dierentuinen voegen daarom nooit zomaar een nieuw mannetje aan een groep toe.

Françoislangoeren baren in principe altijd één jong, met een oranje vacht. In het begin draagt de moeder haar jong op haar buik, maar na een paar weken verplaatst ze het jong naar haar rug. Vrouwtjes werken samen om de jongen groot te brengen. Het jong wordt dan ook vaak gedragen en verzorgd door zijn tantes en oudere zussen.
Na ongeveer twee maanden is het jong groot genoeg om zelf te lopen en voor het eerst te klimmen. Ze blijven ongeveer een half jaar tot een jaar zogen bij hun moeder. Pas na 4 tot 5 jaar is een Françoislangoer volwassen.

Françoislangoeren zijn middelgrote apen die op het menu staan van grote roofdieren. Vooral roofvogels, slangen, luipaarden en nevelpanters lusten wel een Françoislangoer. Om zich te beschermen tegen roofdieren, schuilen Françoislangoeren graag in grotten en rotsspleten. Ze wisselen ook vaak van slaapplaats zodat de roofdieren hen niet op kunnen sporen. Maar tegenwoordig hoeft een Françoislangoer veel minder op te letten voor deze roofdieren, omdat ze allemaal sterk in aantallen zijn afgenomen…

Mensen jagen steeds intensiever op deze zwarte apensoort. Men beweert namelijk dat de botten van de Françoislangoer een geneeskrachtige werking hebben. Daarom verwerken mensen onderdelen van deze langoeren in medicijnen. In China wordt er zelfs wijn van gemaakt! De geneeskrachtige werking is nooit wetenschappelijk bewezen, maar vormt toch een grote bedreiging. En zolang de lokale bevolking meer verdient aan de jacht op deze dieren dan aan ander werk, zal deze echte kwaal blijven bestaan.
Een andere grote bedreiging voor de Françoislangoer is het verdwijnen en versnipperen van hun leefgebied. Zelfs de kalksteengrotten zijn vaak geen veilige haven meer voor deze apen. Kalksteen is namelijk één van de belangrijkste bestanddelen van cement. Met de snelgroeiende bevolking van Oost-Azië is cement hard nodig om meer huizen te bouwen. Om plaats te maken voor die gebouwen kapt men ook grote stukken regenwoud, waardoor de overgebleven bossen vaak van elkaar worden gescheiden.
Door al deze gevaren is de Françoislangoer één van de meest bedreigde apensoorten ter wereld.

Diergaarde Blijdorp doet mee aan het Europese populatiemanagement programma van de Françoislangoer. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van langoeren in dierentuinen welke dieren het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om Françoislangoeren weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.

