Ga naar belangrijkste inhoud

In de zonnestralen die door de boomtoppen van Madagaskar heen schijnen, zitten groepen ringstaartmaki’s op te warmen na een koude nacht. In een houding die ons een beetje doet denken aan meditatie, lijkt het alsof de ringstaartmaki een zorgeloos bestaan leidt. Maar door het verdwijnen van de Malagassische bossen gaat het aantal ringstaartmaki’s in het wild gestaag achteruit. Daarom is het belangrijk om de ringstaartmaki te beschermen.

Lemur catta
aShRoXNYClf9niyR
Levensduur

± 19 jaar

Hoogte

± 42 centimeter (exclusief staart)

Lengte

39 - 46 centimeter (exclusief staart)

Gewicht

2 - 3 kilogram

VoedselVruchten, bladeren, bloemen, kruiden, bast, boomsap, insecten en kleine gewervelde dieren
Draagtijd4,5 maanden
Volwassen met2 - 3 jaar
Aantal jongen per keer1 (bij uitzondering 2 of 3)
Ik ben eenZoogdier
Aantal in het wild2.000 – 2.500 (▼ Neemt af)
Bedreigingsniveau
Bedreigd

De ringstaartmaki is een middelgrote halfaap – een verwant van de apen en de mensapen. Hij is herkenbaar aan zijn zwart-wit gestreepte staart, grijze vacht op de rug en witte vacht op de buik. Ook het gezicht is wit, met zwarte vlekken rondom de snuit en rondom de gele of rode ogen. Jonge dieren hebben blauwe ogen.

Ringstaartmaki’s hebben zeer beweeglijke handen die ze helpen bij het klimmen, zelfs over stekelige planten. De 60 centimeter lange staart helpt de maki te balanceren, maar hij grijpt er geen takken mee vast.

Ringstaartmaki’s komen oorspronkelijk voor in het zuiden van Madagaskar. Daar leven ze in een grote variatie van bosrijke gebieden, van de vochtige regenwouden tot de droge ‘Spiny forests’, vol stekelige planten.

Familiegroepen van ringstaartmaki’s trekken van nature rond in uitgestrekte bossen, tot wel 23 hectare groot. Soms blijft een groep wel 30 jaar lang in hetzelfde gebied!

aShKmHNYClf9nitl

Ringstaartmaki’s eten vooral planten. Ze volgen een gevarieerd dieet van vruchten, kruiden, bloemen, bladeren en boomschors. Hun lievelingseten is de vruchten en bladeren van de Tamarinde-boom: als deze in hun territorium groeit, bestaat soms wel de helft van hun dieet hieruit. Dankzij het sappige vruchtvlees hoeven ringstaartmaki’s nauwelijks water te drinken.

Ringstaartmaki’s eten soms ook insecten en andere kleine dieren, zoals hagedissen. Daarnaast likken ze ook af en toe aarde. Dat doen ze om genoeg mineralen, zoals zout, binnen te krijgen! 

Z2LJTJbqstJ98o0_

Ringstaartmaki’s zijn zeer sociale dieren die in familiegroepen leven, met meerdere mannetjes en meerdere vrouwtjes. Meestal hebben de vrouwtjes de leiding over de groep: dit zijn vaak moeders, zussen en tantes die hun hele leven bij elkaar blijven. Onze dierverzorgers letten daarom goed op als ze een nieuwe ringstaartmaki aan de groep willen toevoegen. Door de dieren voorzichtig te laten wennen, verkleinen ze het risico op gevechten.

Terwijl ringstaartmaki’s over de bodem van het woud lopen, steken hun staarten boven de planten uit. Zo raken groepsgenoten elkaar niet kwijt in het bos. Naast hun staarten gebruiken maki’s geuren, geluiden en gezichtsuitdrukkingen om met elkaar te communiceren.

aShM6XNYClf9nivC

De strijd om een vrouwtje gaat er bij ringstaartmaki’s wild aan toe. Mannetjes bespringen elkaar en proberen met hun scherpe hoektanden elkaar te bijten. Daarnaast smeren mannetjes hun staarten in met de geurklieren op hun voorpoten. Met deze stank proberen ze andere mannetjes weg te jagen om zelf met de vrouwtjes te paren.

Mannetjes bewaken de vrouwtjes na de paring om te voorkomen dat andere mannetjes met ze paren. Maar de meeste vrouwtjes paren uiteindelijk toch met meerdere mannetjes per paarseizoen.

aFKmiLNJEFaPYEEf

Net zoals mensen baren ringstaartmaki’s meestal één jong, maar komen ook tweelingen of drielingen soms voor. Het jong klampt zich de eerste paar weken stevig vast aan moeders buik. Daarna draagt zij het op haar rug. Alle vrouwtjes in een familiegroep werken samen om hun jongen groot te brengen en nemen ook vaak de kinderen van anderen mee.

Ringstaartmaki’s stoppen met zogen als ze drie maanden oud zijn. Na een half jaar zijn ze groot genoeg om zelf met de groep mee te lopen. De meeste mannetjes verlaten de groep als ze ongeveer drie jaar oud zijn en klaar om zich voort te planten.   

aShN3nNYClf9nivk

Op Madagaskar komen weinig grote roofdieren voor. Maar de fossa staat absoluut bovenaan de voedselketen. Deze jager is nauw verwant aan katten en mangoesten. Als een maki een fossa ziet, roept hij luid naar zijn groepsgenoten om zich te verstoppen. Gewaarschuwd weten ringstaartmaki’s soms te ontsnappen aan dit roofdier.

Daarnaast moeten ringstaartmaki’s oppassen voor roofvogels, zoals de kaalkopkiekendief. Deze behendige vlieger duikt gemakkelijk tussen de boomtoppen door om maki’s te grijpen met zijn klauwen. Soms pakt hij zelfs een jong rechtstreeks van de rug van hun moeder af!

aShOq3NYClf9niv-

Gezien je ringstaartmaki’s in bijna elke dierentuin tegenkomt, is het misschien lastig voor te stellen dat het een bedreigde diersoort is. In het wild zijn er namelijk niet veel meer over.

Het leefgebied van de ringstaartmaki’s neemt af doordat grote stukken regenwoud worden verbrand. Dit gebeurt om ruimte te maken voor vee. Daarnaast heeft de – vaak zeer arme – bevolking van Madagaskar het hout van de bomen nodig voor houtskool. Ook de oogst van bijzondere houtsoorten, zoals palissander- en ebbenhout, zorgt voor een sterke afname van de bossen.

Daarbovenop vormt klimaatverandering een grote bedreiging. Door toenemende droogtes en cyclonen verliezen groepen maki’s in razend tempo de gebieden waar ze al generaties lang leefden.

Ringstaartmaki

Diergaarde Blijdorp doet mee aan het Europese populatiemanagement programma van de ringstaartmaki. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van ringstaartmaki’s in dierentuinen welke dieren het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om ringstaartmaki’s weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.