
Rüppellsgieren speuren op grote hoogte de Afrikaanse vlaktes af, op uitkijk naar kadavers om van te eten. Daarmee vervullen ze een belangrijke rol in hun leefgebied; het schoonhouden van de savanne. Zo voorkomen ze het uitbreken van ziektes, die ook voor mensen gevaarlijk kunnen zijn. Helaas gaat het erg slecht met de gieren in Afrika. Als coördinator van het Europese populatiemanagement programma van de Rüppellsgier zet Diergaarde Blijdorp zich daarom in om de Afrikaanse gieren te beschermen.
Gyps rueppelli

40 jaar
± 1 meter
6,4 – 8 kilogram
De Rüppellsgier is een grote, aasetende vogel. Net zoals veel andere gieren heeft hij een nagenoeg kale kop en nek, die hij makkelijk in een karkas kan steken zonder vies te worden. Hij onderscheidt zich van andere gieren met zijn donkergrijze veren met witte randen aan het einde. Hieronder zie je het verschil met alle andere gieren in Diergaarde Blijdorp.
...de Rüppellsgier een spanwijdte van wel 2,5 meter kan bereiken?
...de maag van een gier zó zuur is, dat zelfs botten erin oplossen?
Rüppellsgieren komen voor in Afrika, vooral in het gebied rondom de evenaar. Hun leefgebied strekt zich uit van de westkust van Senegal tot de oostkust van Somalië en Tanzania. Ze worden ook steeds vaker in Spanje of Portugal gespot. Ze vliegen vooral boven uitgestrekte savannes en steppen, maar hebben ook rotsen en kliffen nodig om te nestelen.

Gieren jagen niet op levende dieren: het zijn aaseters. Ze eten dus alleen dieren die op een andere manier gestorven zijn: vanwege een ziekte, omdat ze gedood zijn door een roofdier of soortgenoot of simpelweg door ouderdom. Met hun kale kop en scherpe snavel pakken ze makkelijk het vlees uit deze kadavers. Eenmaal doorgeslikt verteren ze het vlees makkelijk: hun maag is namelijk zó zuur, dat zelfs botten erin oplossen! Daarmee sterven gelukkig ook de meeste ziektekiemen die de gier zouden bedreigen. Zo ruimen gieren veilig kadavers op waar anders wellicht besmettelijke ziektes zouden uitbreken.

Rüppellsgieren zijn sociale vogels die in zogenoemde ‘kolonies’ leven. Die groepen bestaan dan weer uit verschillende koppels. Uit onderzoek in Diergaarde Blijdorp en Avifauna in samenwerking met de Universiteit Utrecht blijkt dat gieren veel verschillende geluiden maken om met elkaar te communiceren: van dreiggeluiden om dominantie aan te duiden tot geluiden om ruzies te vermijden.

Rüppellsgieren zijn monogame vogels. Dat betekent dat ze in koppels leven. In principe blijven ze hun hele leven bij elkaar. Om een partner te vinden, gebruiken ze geluiden en vliegbewegingen om indruk te maken op hun partner.
De Rüppellsgier is één van de vele diersoorten waarbij ook homoseksuele koppels zijn waargenomen. Ook deze vogels blijven meestal hun hele leven trouw aan elkaar, ook zonder jongen om voor te zorgen.

Rüppellsgieren nestelen op rotsen en kliffen, waar roofdieren moeilijk bij kunnen. Terwijl de ene op het nest zit, zoekt de ander naar voedsel. Zo lossen de ouders elkaar af.
Rüppellsgieren leggen van nature één ei per keer. Als het jong bijna uitkomt, maakt het al geluiden om te communiceren met de ouders. Het jong blijft ongeveer 3,5 maand in het nest voordat het uitvliegt. Het duurt dan nog minimaal 4 jaar voordat de jonge gier zelf een nest kan beginnen.

Rüppellsgieren moeten vaak kadavers delen met andere aaseters. Gelukkig eten de meeste gierensoorten nét een ander deel van de karkassen. Hierdoor hoeven ze minder vaak om eten te vechten.
Verder moeten gieren op hun hoede zijn voor luipaarden, leeuwen en hyena’s. Zij komen ook vaak op kadavers af en kunnen een gier die te dicht bij komt aanvallen.

Omdat gieren zo goed zijn in het opsporen van kadavers, komen ze ook af op de gestroopte neushoorns en olifanten. Gieren die boven een karkas rondvliegen, kunnen de locatie van stropers verraden aan rangers. Daarom gieten stropers gif over de door hun gedode karkassen heen. De gieren die hierop afkomen, sterven massaal door het gif en zo kunnen de stropers ongezien te werk gaan. Mede hierdoor zijn 7 van de 11 Afrikaanse gierensoorten tegenwoordig ernstig bedreigd, waaronder de Rüppellsgier.

Diergaarde Blijdorp steunt het Peregrine Fund in Kenia, een organisatie die zich wereldwijd inzet voor de bescherming van roofvogels. Zij sturen teams in Afrika aan om vergiftigde karkassen op te ruimen en proberen de lokale bevolking bewust te maken over de belangrijke rol van gieren. Ook gebruiken ze GPS-zenders om Rüppellsgieren te volgen. Wanneer een zender verdacht lang niet beweegt, springt een team in actie om te onderzoeken wat er met de gier is gebeurd. Ze kunnen het vergiftigde karkas dan zo snel mogelijk weghalen. Zo voorkomen ze dat er nog meer gieren sterven door vergiftiging.

Diergaarde Blijdorp coördineert het Europese populatiemanagement programma van de Rüppellsgier. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van gieren in dierentuinen welke dieren het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om gieren weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.

Rüppellsgieren leggen per jaar maar één ei. De kans dat deze succesvol uitkomt en het jong opgroeit is erg klein. Om een extra handje te helpen, gebruikt Blijdorp een truc, gebaseerd op een natuurlijk mechanisme van de gieren. Als een gier een ei heeft gelegd, halen de verzorgers dat weg en leggen het in de broedmachine. Als reactie hierop legt de gier na vier weken een tweede ei. Het eerste ei komt uit in de broedmachine en het kuiken wordt door de verzorgers bij de ouders teruggeplaatst. Op dat moment wordt het tweede ei weggehaald en in de broedmachine verder uitgebroed. Dit tweede kuiken wordt daarna bij adoptieouders ondergebracht, wat gelukkig vrij gemakkelijk gaat. Op deze manier kunnen er twee keer zoveel gieren opgroeien.
Ontdek het laatste nieuws over de Rüppellsgier.





