Sleutelbloemen, ook wel bekend als primula's, zijn een enorm divers geslacht van bloeiende planten, met ieder hun eigen kenmerken. Wist je bijvoorbeeld dat de gulden sleutelbloem, die in Nederland voorkomt, zeepstoffen produceert tegen insecten die mogelijk ook helpen bij de bestrijding van baarmoederhalskanker? Een helende plant dus! Om de diversiteit van dit plantengeslacht te beschermen, beheert Diergaarde Blijdorp met andere botanische tuinen de Nationale Plantencollectie voor sleutelbloemen.
Sleutelbloemen zijn kruidachtige bloeiende planten, die altijd vijf of een veelvoud van vijf bloemblaadjes hebben. Er zijn meer dan 500 verschillende soorten sleutelbloemen bekend. Maar ze worden ook veelvoudig gekruisd, waardoor er veel hybride soorten en ondersoorten ontstaan. Hun geslachtsnaam Primula is afgeleid van het Latijnse 'primus', wat 'vroeg' betekent. Dit verwijst naar het vroege voorjaar waarin deze planten bloeien.
Sleutelbloemen zijn te vinden over de hele wereld, maar de oorsprong van de meeste wilde bloemen ligt in het noordelijk halfrond. Verreweg de meeste soorten vind je in berggebieden: van de vijftien Europse soorten komen er bijvoorbeeld elf uit de Alpen. Daarnaast zijn meer dan de helft van de wilde soorten te vinden in en rondom het Himalayagebergte.
Net zoals bij de meeste andere bloemen, zijn de kleuren en bloeiwijzes van de sleutelbloemen afgestemd op het dier dat ze bestuift. In de bergen komen veel verschillende kleuren voor, zoals wit, roze of blauw. Hier verspreiden vooral vlinders het stuifmeel wat in de bloemen zit. In de laaggelegen gebieden komen minder vlinders, maar vooral veel bijensoorten voor. Daarom hebben de sleutelbloemen in de laaglanden vaak een gele kleur. Daar komen meer bijen op af dan op witte of blauwe bloemen.
Sleutelbloemen hebben een lange geschiedenis als het aankomt op gebruik van de plant in de keuken en geneeskunde. Zo werd de plant vroeger gebruikt als 'verlammingskruid', omdat het tegen reumatische pijn, verlamming, kramp en stuipen zou helpen. Ook werd de bloem gebruikt om meel en jam van te maken. Je kunt zelfs pannenkoeken bakken met Primula-beslag, ook wel koekenbloembeslag genoemd.
De sleutelbloemen waren al heel vroeg bekend, en zijn voor het eerst beschreven in de middeleeuwen. De eerste, enigszins complete beschrijving van deze soortenverzameling dateert terug naar 1753. De Zweed Carl Linnaeus begon met het introduceren van taxonomische beschrijvingen zoals wij die nu kennen. De sleutelbloemen behoorden tot één van de eerste soortverzamelingen die hij beschreef. Darwin gebruikte de plant later nog om onderzoek te doen naar verschillende vormen van dezelfde plant binnen eenzelfde soort. Zo zijn er binnen dezelfde soort sleutelbloem verschillende soorten bladeren, bloemen en stengellengtes die met elkaar gekruist kunnen worden.
Een groot deel van de sleutelbloemen in Blijdorp wordt alleen achter de schermen gehouden. Daar staan dan ook rond de 100 verschillende soorten. Gelukkig kun je een aantal Aziatische soorten bij de Himalayarots ontdekken. Deze vind je in het huisje naast de Forest Guardian Hut, vlak bij de rode panda's en kuifherten. Hier staan vanaf het vroege voorjaar altijd wel een aantal sleutelbloemen in bloei.