Op dit moment woont in Diergaarde Blijdorp de grootste groep kroeskoppelikanen van Nederland, maar dat kan veranderen. Deze grote moerasvogel kwam vroeger namelijk ook in het wild in Nederland voor. Daarom helpt Blijdorp bij wetenschappelijk onderzoek om te kijken of het mogelijk is om de kroeskoppelikaan terug te krijgen in de Nederlandse natuur.
Maximaal 50 jaar
1,6 – 1,8 meter
13 kilogram
De kroeskoppelikaan is een van de grootste en zwaarste vogels die kan vliegen. Hij is herkenbaar aan zijn lange snavel met keelzak, die hij gebruikt om vis in te vangen. Pelikanen hebben vier tenen aan elke voet, met daartussen zwemvliezen om ze te helpen zwemmen.
De kroeskoppelikaan dankt zijn naam aan de weelderige veren op zijn kop. Bij de meeste andere pelikanensoorten is de kruin veel gladder of heeft deze een soort ‘kuif’ op het achterhoofd. Het verenkleed van de kroeskoppelikaan is zilverachtig wit, met donkergrijze vleugelpunten.
De kroeskoppelikaan is een echte watervogel, die vooral in moeras- en kustgebieden leeft. Tegenwoordig komt hij voor in Zuidoost- Europa, de Nijldelta in Egypte en Azië. De kroeskoppelikanen in Azië zijn trekvogels. Ze broeden in Kazachstan, Mongolië en het zuiden van Rusland en overwinteren in Iran, Irak, India en China. De Europese populatie trekt meer lokaal rond.
Kroeskoppelikanen eten vooral vis. Ze jagen graag samen met aalscholvers. Als aalscholvers duiken, jagen ze vaak de vissen op. De vissen die naar boven zwemmen vallen ten prooi aan pelikanen, die ze met hun grote snavel vlak onder het wateroppervlak vandaan vissen. Zo maakt de pelikaan handig gebruik van de prooien die aan aalscholvers ontsnappen. Maar aalscholvers en pelikanen willen ook nog wel eens een vis van de ander stelen; soms zelfs uit de snavel!
Kroeskoppelikanen reizen en nestelen vaak in groepen. In een nestkolonie zijn de jongen vaak beter beschermd tegen roofdieren dan als een pelikanenkoppel alleen broedt. Deze kolonies kunnen uit een handjevol paartjes bestaan, maar er zijn ook kolonies gezien van 250 koppels! Kroeskoppelikanen jagen vaak ook in groepen.
Het paarseizoen voor kroeskoppelikanen begint ongeveer in maart of april. Ze vormen elk jaar een nieuw paartje. Tijdens het paarseizoen kleurt de anders gele keelzak van de pelikanen fel oranje, om aan te geven dat de pelikaan klaar is om te paren. Hoewel pelikanen normaal gesproken niet veel geluid maken, is dat in de paartijd anders; dan gebruikt de pelikaan een scala aan diepe, ‘blaffende’ of ‘blazende’ geluiden.
Een pelikaan die net uit het ei gekropen is, is kaal en nog zeer afhankelijk van zijn ouders. Beide ouders zorgen voor de jongen: terwijl de één op het nest zit, zoekt de ander naar voedsel. De eerste paar weken wordt het jong gevoed door zijn ouders, maar na ongeveer twaalf weken is het jong groot genoeg om zelf op jacht te gaan. Als de pelikaan drie of vier jaar oud is, is hij volgroeid.
Er is nog weinig bekend over de natuurlijke roofdieren van de pelikaan. Een volwassen dier is groot genoeg om zich tegen de meeste roofdieren in zijn leefgebied te beschermen, zeker als hij zich in een groep bevindt. Wel worden de nesten van de pelikaan beroofd door honden, vossen, wolven, jakhalzen, lynxen, wilde zwijnen en meeuwen. Daarom bouwen kroeskoppelikanen nesten het liefst op afgezonderde eilanden waar roofdieren niet makkelijk bij komen.
Tot in de middeleeuwen was de kroeskoppelikaan wijdverspreid over Europa. De Nederlandse moerassen waren de ideale plek voor pelikanen om te vissen en te broeden. Maar toen in de 15e eeuw de jacht op de pelikaan toenam en de veenmoerassen steeds meer werden drooggelegd, verdween de kroeskoppelikaan uit Nederland.
In andere delen van zijn leefgebied zijn er nog wel behoorlijk veel kroeskoppelikanen. Daar heeft de kroeskoppelikaan wel last van landbouwgiffen in het water en jacht. Daarom heeft de soort de status ‘Gevoelig’.
Samen met een groot aantal natuurbeschermingsorganisaties onderzocht Blijdorp of de kroeskoppelikaan binnenkort weer terug kan keren naar Nederland en Vlaanderen. Uit het onderzoek bleek dat een aantal gebieden, zoals het IJsselmeer en de Biesbosch, tegenwoordig genoeg vis en nestlocaties bieden voor de pelikaan! Omdat de kroeskoppelikaan waarschijnlijk niet uit zichzelf hierheen vliegt, wordt gekeken of de pelikaan hier in het wild kan worden uitgezet. Daarvoor moet nauwkeurig onderzocht worden wat er komt kijken bij zo’n herintroductie van zo’n grote watervogel en wat voor impact dat heeft op de Nederlandse natuur.
Diergaarde Blijdorp coördineert het Europese populatiemanagement programma van de kroeskoppelikaan. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van pelikanen in dierentuinen welke dieren we het beste aan elkaar kunnen koppelen voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Zo bouwen we een gezonde populatie op als reserve voor de wilde dieren, met als uiteindelijke doel om pelikanen weer terug te brengen in hun natuurlijke leefgebied als de omstandigheden daar gunstig voor zijn.