Er is geen ander dier zoals de rode panda. Vanwege zijn felgekleurde vacht noemt bevolking uit zijn leefgebied hem ook wel 'vuurvos'. Helaas wordt de rode panda bedreigd, onder andere door ontbossing. Diergaarde Blijdorp zet zich als coördinator van het wereldwijde populatiemanagement programma in om de rode panda te beschermen, zowel in dierentuinen als in het wild.
14 jaar
25 centimeter
50-64 centimeter
3 - 5 kilogram
Rode panda’s zijn te herkennen aan hun rode vacht, met een pluizige, gestreepte staart en zwarte buik en poten. Het gezicht heeft een soort rood-wit ‘masker’. Dat heeft een bijzonder functie: de rode strepen die vanaf de ogen naar de mondhoeken lopen houden het zonlicht uit hun ogen. Een soort zonnebril dus!
De rode panda is geen familie van de reuzenpanda. Rode panda’s zijn nauwer verwant aan wasberen, stinkdieren, marters en otters. De overeenkomst tussen de panda’s zit hem vooral in hun dieet.
De rode panda komt voor in het Himalayagebied, waaronder China, Myanmar, Tibet, India, Bhutan en Nepal. Tot op zo'n 5 kilometer hoogte leeft hij in bergbossen met voldoende bamboe om te eten. Rode panda’s zijn handige klimmers: hun voetzolen zijn namelijk extra ruw, waardoor ze als het ware tegen de bomen ‘plakken’. Hun dikke vacht houdt ze warm in de koude winters op de hoge bergen; als ze slapen slaan ze hun staart ook om zich heen voor extra warmte.
Rode panda’s zijn echte bamboe-eters. Om de bamboescheuten goed vast te pakken hebben ze een “zesde vinger”: een uitstulping van de pols. Verder helpen speciale ribbeltjes op hun tong om de bladeren vast te grijpen en op te eten. De rode panda is een van de weinige dieren uit de orde van de roofdieren die grotendeels plantaardig eet. Toch jagen rode panda’s soms ook op kleine zoogdieren, vogels en hagedissen.
In Blijdorp krijgen de rode panda’s bamboe die door onze botanische afdeling zelf wordt gesnoeid in de Diergaarde. De verzorgers geven ze ook wel eens druiven, bijvoorbeeld als beloning tijdens een medische controle.
Rode panda’s zijn solitaire dieren. Dat betekent dat ze het grootste deel van hun leven alleen doorbrengen. Ze markeren hun territorium met geuren uit de klieren naast hun anus en gebruiken hoge geluiden om met andere rode panda’s te communiceren. Zo weten ze welke gebieden ze het beste kunnen vermijden. Alleen in het paarseizoen zoeken volwassen panda’s elkaar op.
Het paarseizoen voor rode panda’s is meestal tussen januari en maart. In die periode laten panda’s extra veel geursignalen achter en gaan ze actief op zoek naar de sporen van andere panda’s. Als twee rode panda’s elkaar gevonden hebben, blijven ze zo’n 12 tot 36 uur bij elkaar om te paren. Daarna verlaten ze elkaar weer en keren ze terug naar hun eigen territorium.
Wanneer een rode panda gaat bevallen, zoekt ze een holle boom of een kleine grot op als veilige nestplaats. Bij de geboorte zijn de jongen nog piepklein: ze wegen ongeveer 120 gram! Het duurt daarna een week voordat ze beginnen te bewegen en hun ogen openen pas na drie weken. Als ze zo’n drie maanden oud zijn, verlaten ze voor het eerst hun nest om de buitenwereld te verkennen. Daarna groeien ze snel op: na een jaar zijn ze helemaal volgroeid.
Rode panda’s worden soms bejaagd door sneeuwluipaarden, marters en roofvogels. Gelukkig bieden de hoge bomen meestal een veilige schuilplaats. Hoewel je het misschien niet zou verwachten, valt de felrode vacht van de panda nauwelijks op. Ook de donkere buik valt goed weg van onderaf tegen het zonlicht.
Het leefgebied van de rode panda staat onder druk. Dit komt vooral door ontbossing. De lokale bevolking heeft het hout hard nodig om mee te koken en om warm te blijven. Hierdoor zijn grote stukken bergbos verdwenen. Ook worden rode panda’s soms gevangen voor hun vacht, hun vlees of om als huisdier te houden (waar ze net als andere wilde dieren ongeschikt voor zijn). Om al deze redenen heeft de rode panda als status in het wild “Bedreigd”.
Om de rode panda te redden, zet Diergaarde Blijdorp zich samen met Red Panda Network in voor hun leefgebied én de mensen die daar wonen. Door de lokale bevolking te informeren en te ondersteunen, geven we ze de kracht om hún natuur te herstellen. We planten bijvoorbeeld samen nieuwe bergbossen aan. Daarnaast financieren we gereedschap en laarzen om de werkomstandigheden van de bevolking te verbeteren. Ook in huis dragen we bij door efficiëntere kookstellen aan te schaffen. Hierdoor hoeven de Nepalezen minder hout te hakken om te koken en blijven er dus meer bomen staan! De bossen dragen bij aan de fysieke en mentale gezondheid van de mensen én de panda’s.
Met wetenschappelijk onderzoek leren we ontzettend veel over deze bedreigde dieren waardoor we ze in het wild beter kunnen beschermen. In Diergaarde Blijdorp zijn bijvoorbeeld unieke GPS-halsbanden ontwikkeld om te begrijpen hoe de panda’s zich in het wild bewegen. De GPS-halsbanden werden eerst bij de panda’s in de dierentuin getest om te zorgen dat de methode goed werkte voordat de halsbanden in het wild werden ingezet. Daarnaast doen bestuderen we het DNA van de panda’s en kijken we naar de ziektes waar ze vatbaar voor zijn. Zo proberen we de panda’s zo gezond mogelijk te houden!
Diergaarde Blijdorp coördineert het Europese én het wereldwijde populatiemanagement programma van de rode panda. De coördinator bepaalt op basis van de stamboom van panda’s in dierentuinen welke panda’s het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden voor gezonde nakomelingen. Deze jongen worden op hun beurt weer naar andere dierentuinen verplaatst en vormen zo de volgende generatie. Inmiddels zijn er zelfs nakomelingen van rode panda’s uit dierentuinen weer succesvol uitgezet in het wild! Zo brengen we de rode panda weer terug in zijn herstelde leefgebied.