Diergaarde Blijdorp beschermt ook soorten die niet in het park te zien zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de vleet. Deze grote rog kwam vroeger veelvoudig voor op de zeebodems van Europa, maar is door overbevissing sterk in aantallen achteruit gegaan. Diergaarde Blijdorp coördineert het Europese monitoringsprogramma van de vleet: het enige populatiemanagement programma zonder dieren in dierentuinen.
Onbekend, waarschijnlijk meer dan 40 jaar
Maximaal 285 centimeter
Tot 100 kilogram
De vleet is één van de grootste vissen in de Noord-Europese zeeën. Het is een rog; een platte verwant van de haaien met de ogen bovenop en de mond en kieuwen aan de onderkant. Ze zwemmen met behulp van hun grote borstvinnen. Die vinnen geven de vleet een karakteristiek ruitvormig uiterlijk.
...de borstvinnen van de vleet wel 2 meter breed kunnen worden?
De vleet kwam ooit in grote getale voor in de Noordzee, Noorse zee en rondom de Britse eilanden en IJsland. Tegenwoordig leven ze vooral nog op plekken die ongeschikt zijn voor de visserij. Ze leven op zandige en modderige zeebodems, meestal tot zo’n 200 meter diep.
De vleet speurt de zeebodem af naar kreeften, krabben en garnalen. Als hij er een te pakken krijgt, breekt hij het harde pantser open met zijn sterke kaken. Maar de vleet jaagt niet alleen op de bodem; hij is snel en wendbaar genoeg om vissen zoals makrelen te vangen. De vleet staat aan de top van de voedselketen. Als hij het ergens goed doet, weet je dat er genoeg prooien zijn en het gebied dus gezond is.
De grootste dreiging voor de vleet is intensieve visserij. Wanneer schepen met grote sleepnetten over de bodem slepen, raken vleten verstrikt in de netten. Hierdoor is het aantal vleten de afgelopen eeuw flink afgenomen. Gelukkig is het tegenwoordig verboden voor EU-landen om op vleten te vissen. Helaas komt de vleet nog wel als bijvangst in een visnet terecht.
De eieren van de vleet worden wel 20 centimeter lang. In het Engels worden ze ook wel ‘mermaid’s purse’ genoemd, oftewel zeemeerminnenhandtas. Het duurt zo’n 530 dagen voordat de vleet uit het eikapsel komt. Vleten groeien dus maar langzaam: ze zijn ook pas na 11 jaar vruchtbaar. Vrouwtjes planten ook maar eens in de twee jaar voort. Daarom herstelt de populatie van de vleet zich langzaam. Daarnaast legt de vleet van nature geen lange afstanden af; ze blijven meestal in het gebied waar ze geboren zijn. Dat betekent dat de vleet op plekken waar vroeger veel gevist is, moeilijk terugkeert.
In 2021 startte de EAZA (European Association of Zoos and Aquaria) een monitoringprogramma voor de vleet. Hoewel er op dit moment geen vleten in aquaria zijn, bekijkt de EAZA of het mogelijk is om vleten te kweken. Daarvoor onderzoekt de EAZA wat er nodig is om de vleet op een goede manier in een aquarium te houden, waarbij rekening wordt gehouden met alle behoeften van deze grote roofvis. Blijdorp coördineert dit monitoringsprogramma en draagt zo bij aan het behoud van de vleet.
Alle foto's op deze pagina zijn van Orkney Skate Trust.